Er is weer een hoop gebeurd sinds de vorige blog. Vanaf het begin van de zomervakantie ben ik begonnen aan een onderzoek voor de Historische Reeks van MuZee Scheveningen, over de geschiedenis van vrouwen op Scheveningen. In dit onderzoek ligt de focus op vissersvrouwen, maar andere takken van sport worden ook bekeken. In deze blog neem ik jullie mee in het onderzoeksproces tot nu toe!
Het onderzoek begon al even voor de zomervakantie, terwijl ik nog bezig was met mijn scriptie. Doordat dit stuk ook gedeeltelijk over Scheveningen ging had ik al aardig wat literatuur bijeen over de vissersgemeenschap. Het boek De Geschiedenis van Scheveningen dat in 2013 is uitgekomen is een van de handige naslagwerken waarin ook al redelijke aandacht voor vrouwen is. Oudere werken zoals de Geschiedenis van Scheveningen door J.C. Vermaas, bieden slechts korte inkijkjes in de vrouwen op Scheveningen. Vaak gaan deze boeken niet verder dan twee punten: vrouwen werkten als visverkoopster of deden thuis ‘klusjes’ voor de visserij.
Het echte beeld ligt uiteraard genuanceerder, maar er zit een kern van waarheid in, zo bleek. Op de afbeelding links boven (bovenaan op mobiel) staan een aantal gegevens uit het Haags Gemeente Archief, specifiek uit het trouwakten archief van de stad. De lijst bevat vrouwen met typisch Scheveningse achternamen, zoals Spaans, Vrolijk, Jol en Taal. In totaal gebruik ik voor mijn onderzoek een lijst met 129 ‘typisch’ Scheveningse achternamen. De bestanden van het HGA bevatten gezamenlijk meer dan 2 miljoen namen van personen. Uiteindelijk heb ik uit deze bestanden ongeveer 50.000 vrouwen weten te filteren, die typisch Scheveningse achternamen hebben. De gegevens op de afbeelding zijn vrouwen met het beroep ‘visverkoopster’, in totaal zijn er in de periode 1830-1910 477 vrouwen die volgens het archief dit beroep hebben uitgeoefend.
J.C. Vermaas heeft dus wat dat punt betreft redelijk gelijk! Maar, het is wel een eenzijdig beeld en in de modernere literatuur komt naar voren dat we de dominantie van de Scheveningse visverkoopster op de Haagse markt toch wel in twijfel kunnen trekken. Maar, deden vrouwen thuis dan ook veel ‘klusjes’ voor de visserij: jazeker! Er werden veel netten geboet, haringen gepeld enzovoorts en dat blijkt ook zeker uit literatuur en bronnen. Het zou voor het boek leuk zijn als hier een aantal vrouwen uit naar voren komen die als voorbeeld kunnen worden gebruikt, maar daarvoor moet ik eerst verder onderzoek doen.
Het onderzoek bevat op dit moment twee componenten: enerzijds een ‘cijfertjes’-deel en anderzijds een ‘lettertjes’-deel. Het numerieke gedeelte heb ik hierboven besproken, maar het specifieke bronnenonderzoek zal nog veel tijd in beslag nemen. Ik hoop de komende tijd naast het maken van vele grafieken ook vooral weer de bronnen in te duiken, om zo tot een aantal beelden van Scheveningse vrouwen te komen. Wat deed een typische vissersvrouw? Hoe zag haar dag eruit? Hoe zat het met het mannelijke gezag? Wat was precies haar juridische positie?
Deze vragen, maar ook vele anderen, hoop ik de komende maanden te gaan beantwoorden. Mijn streven is om jullie, als websitebezoekers en lezers van deze blog, daarin mee te nemen om zo een mooi inkijkje in het onderzoek van een jonge historicus te geven!
Wil je meer weten over MuZee Scheveningen? Bekijk dan vooral hun website, met informatie over het museum: https://www.muzeescheveningen.nl/
Leave a Reply