Amsterdamse doelisten?

De Amsterdamse Doelistenbeweging van 1748 staat bekend als een volksbeweging. Burgers zouden zijn opgekomen voor hun rechten, maar wie waren deze burgers precies? In het meest recente paper dat ik voor mijn studie geschiedenis schreef kwam ik tot een andere conclusie. 


[rt_reading_time label=”Leestijd:” postfix=”minuten” postfix_singular=”minuut”]

De Amsterdamse Doelistenbeweging van 1748 staat bekend als een volksbeweging. Burgers zouden zijn opgekomen voor hun rechten, maar wie waren deze burgers precies? In het meest recente paper dat ik voor mijn studie geschiedenis schreef kwam ik tot een andere conclusie. 

In het jaar 1748 was er sprake van een groot oproer in Amsterdam: De Doelistenbeweging. Deze beweging was genoemd naar de plek waar zij samenkwamen, de Doelen. Het oproer vond plaats door de gehele stad, van de grachtengordel tot de buitenwijken, maar wie deden er nu écht mee aan het oproer? Één ding is zeker, de regentenklasse deed niet mee. De leiding van het oproer wordt aan verschillende groepen toegeschreven. Volgens historicus Pieter Geyl was de leiding in handen van een grote groep burgers die bij elkaar kwamen op de Doelen.1 Anderzijds is  er ook de bron van Daniel Lafargue.

Daniel Lafargue schreef in 1748 een dagverhaal over de Doelistenbeweging, hij beschreef daarbij de gecommitteerden-vergaderingen waarbij hij waarschijnlijk zelf aanwezig was.2 Deze vergaderingen kunnen gezien worden als een andere groep die de leiding van het oproer in handen hadden. In de bron noemt Lafargue veel namen. Het opvallende is dat veel van deze namen terug te herleiden zijn naar personen in notariële archieven, behalve Lafargue zelf. Van de mensen die wel terug te herleiden zijn, is het vaak ook mogelijk om te zeggen in welke wijk zij woonden. Hieronder is te zien in welke wijken deze mensen woonden.3

Gebied Absoluut Aantal Percentage
Grachtengordel 7 17,5%
Binnenstad 25 62,5%
Buitenwijken 3 7,5%
Onbekend 5 12,5%
Totaal 40 100%

Te zien is dat een groot deel van de mensen in de binnenstad woont. Dat valt te verwachten, immers woont Lafargue zelf ook in de binnenstad. Deze burgers behoorden dus tot de middenstand en waren dus zeker niet arm. Aangezien veel van de personen die Lafargue noemt burgergecommitteerden waren, lijkt het mij logisch om te zeggen dat de leiding dus in handen was van deze stand. Het oproer ging daarbij dus om burgers die hun eigen rechten wilden verdedigen. Het opvallendste is dus dat deze conclusie, alhoewel slechts op basis van 1 bron, niet overeenkomt met de conclusie van bijvoorbeeld Pieter Geyl.

Het meest interessante dat mij is opgevallen aan de gegevens, zijn eigenlijk de mensen in de buitenwijken. Egbert van Baalen was gecommitteerde voor wijk 16, de wijk der Bijltjes, zie ook de kaart onderaan. Bijltjes waren arbeiders op de Amsterdamse werven en de meesten behoorden niet tot de middenklasse, eerder tot de arbeidersklasse. Egbert van Baalen zelf was wel meestertimmerman en verdiende daardoor meer dan zijn wijkgenoten.4 Een andere persoon die wordt genoemd is Feytama, waarschijnlijk advocaat geweest, maar wonend in de buitenwijk. Over hem heeft Lafargue niets goeds te zeggen: “op den Doelen bekend, welkers sentimenten eygenbelangend en niet orthodox waeren.”5 Niet iemand waarmee hij dus lekker een pilsje ging drinken. 

De personen uit de buitenwijken komen echter maar sporadisch langs in het stuk van Lafargue, het blijkt wel dat zijn focus echt ligt op de mensen die vlak bij hem wonen. Zo wordt zijn mede-gecommitteerde voor zijn wijk wel 42 keer genoemd. De groep mensen die hij verder noemt is wel divers, van wijnhandelaar tot algemeen koopman en van kapitein van de schutterij tot boekverkoper.6 De groep burgers die de touwtjes in handen hadden, waren dus niet zomaar Jan en alleman.

Meer hierover is te lezen in mijn paper De Doelistenbeweging volgens Lafargue, hier te vinden.

Voetnoten
1.   Zie: Pieter Geyl, Revolutiedagen te Amsterdam (Den Haag, 1936).
2.   F.J.L. Krämer, ‘De gebeurtenissen op den Amsterdamschen Doelen in 1748 verhaald door een Doelist’, Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap 26 (1905). De originele bron is van Daniel Lafargue,welke prof. Krämer heeft gepubliceerd.
3.    Sjors Stuurman, De Doelistenbeweging volgens Lafargue, 13-15; 24-25. 
4.   Stadsarchief Amsterdam, Archief van de Notarissen ter Stadplaats Amsterdam, archief 5075, inv. nr. 8346, machtiging, 17 april 1743.
5.    Krämer, ‘de Gebeurtenissen op den Amsterdamschen Doelen’, 24.
6.    Stuurman, De Doelistennbeweging, 24-25. 

Nieuwe kaart van Amsterdam :, waarop zijn gebragt alle de voorgevallen veranderingen : benevens de uitge- voerd wordende kapitale werken van afsluiting der haven door een dijk met sluizen voorzien …, uit echte stukken zamengesteld ; gegraveerd door Dl. Veelwaard Junior (1829) Collectie Universiteit van Amsterdam, d’Aily.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *